Instructie
Wij geven bij de meeste vakken les met gebruik van een interactief lesmodel. Dit model heet expliciete directe instructie (afgekort EDI).
- Bij EDI doen alle leerlingen actief mee.
- De leerkracht stelt heldere en begrijpbare doelen die ze in de les gaan behalen. De leerkracht denkt hardop en doet het voor.
- De kinderen zien hoe de leerkracht een probleem aanpakt (dit noem je ook wel modellen).
- De leerkracht controleert steeds of iedereen de uitleg begrijpt. Dit kan op verschillende manieren maar het allerbelangrijkste is dat alle kinderen nadenken en meedoen.
- De kinderen krijgen allemaal denktijd en ze mogen overleggen. Om te voorkomen dat de leerkracht elke keer dezelfde leerlingen bevraagd, gebruikt de leerkracht beurtenstokjes, wisbordjes of andere hulpmiddelen.
- De leerkracht maakt uiteraard ook tijdens deze manier van lesgeven onderscheid in welke leerling meer en welke leerling minder instructie nodig heeft. Zo is er een soort afpelles waarbij in verschillende fases kinderen zelfstandig verder mogen gaan.
Kortgezegd: Ik (leerkracht), wij (iedereen), jullie (de groep zonder leerkracht), jij...
In de cirkel hiernaast ziet u de lesopbouw met de diverse lesfasen. Het is niet zo dat in elke les deze vakken doorlopen worden. Het is meer een denkkader.
De leerkracht houdt nauwkeurig bij welke kinderen welke lesdoelen al wel behaald hebben of nog extra instructie nodig hebben. Dit noemen wij de roosterplanning.
De leerkrachten plannen de lessen in blokken van 4 tot 6 weken in en delen leerlingen op basis van hun behoeften in tijdens de instructiemomenten.
Zo weet bijvoorbeeld een leerkracht dat 4 leerlingen moeite hebben met klokkijken. Als er dan een les komt over klokkijken heeft hij/zij deze leerlingen in de roosterplanning opgenomen en krijgen de leerlingen van de leerkracht specifieke aandacht tijdens deze les. Met als doel natuurlijk dat alle leerlingen de doelen gaan halen die de leerkracht stelt!